Wetgeving

Binnen de Europese Unie komt 40% van het energieverbruik voor rekening van gebouwen. Reductie is noodzakelijk om Europa minder afhankelijk te laten zijn van energie. De herziene EPBD (Energy Performance of Buildings Directive)-richtlijn 2010/31/EU voorziet hierin. De richtlijn wordt in Nederland geïmplementeerd door middel van de Wet Kenbaarheid Energieprestataties Gebouwen. Eind 2012 is het wetsvoorstel verworpen door de Tweede Kamer.
Met het verwerpen van het wetsvoorstel wordt vooralsnog een streep gezet door het invoeren van diverse maatregelen in Nederland ter implementatie van de richtlijn. De twee meest in het oog springende maatregelen die – in ieder geval voorlopig – niet doorgaan zijn de handhaving van het energielabel en de invoering van een nieuw energielabel voor nieuwbouw.

Handhaving energielabel

Het wetsvoorstel had allereerst als doel om een sanctiestelsel te verbinden aan de – sinds 1 januari 2008 – bestaande verplichting om een energielabel van een gebouw te overhandigen bij oplevering, verkoop of huur van een gebouw. Voor een gebouw waarvoor geen geldig energielabel beschikbaar is zou, op grond van het nieuwe stelsel, een notaris geen akte van levering mogen verlijden en een huurder 10% korting op de huurprijs kunnen krijgen.

Hoewel de Tweede Kamer tegen dit concrete voorstel heeft gestemd, is niet aannemelijk dat sancties bij het niet overleggen van een energielabel definitief van de baan zijn. De richtlijn schrijft immers voor dat een eigenaar die geen energielabel heeft, een doeltreffende, evenredige en afschrikwekkende sanctie moet worden opgelegd. Het kabinet beraadt zich thans op de te nemen stappen. Hierbij wordt inspiratie gehaald uit de wijze waarop andere lidstaten handhaving introduceren.

Nieuw energielabel voor nieuwbouw

Een andere maatregel die voortvloeit uit de implementatie van de herziene EPBD-richtlijn, betreft een nieuw energielabel dat specifiek is toegespitst op nieuwbouw. Dit nieuwe label is volgens de betrokken partijen nodig, omdat het bestaande label onvoldoende inzicht zou bieden in de mate waarin nieuwbouw energiezuiniger is dan bestaande bouw. Bij de berekening van het nieuwe label wordt aangesloten bij het energieprestatiecoëfficient (EPC), dat sinds 1995 voor nieuwbouw wordt vastgesteld. Het nieuwe label gaat van A naar A++++. Het eerste label komt vermoedelijk overeen met een EPC van 1,05 tot 0,8 en de laatste met een EPC van 0,2 of minder. Het nieuwe label is daarmee in overeenstemming met de intentie van de overheid om het EPC steeds lager vast te stellen, met als doel om in 2020 nagenoeg energieneutraal te bouwen. De EPC die op grond van het Bouwbesluit 2012 voor woningbouw geldt (0,6) komt overeen met een label van A+/A++.

Het nieuwe label zou oorspronkelijk op 1 april 2013 in werking treden. Met verwerping van het wetsvoorstel staat deze datum echter op losse schroeven. De marktpartijen die betrokken zijn bij de ontwikkeling van het label hebben minister Blok van Wonen per brief verzocht om zijn medewerking niet te staken, zodat het mogelijk is om het label alsnog op 1 april 2013 in werking te laten treden. Aangezien een wettelijke grondslag ontbreekt zal toepassing van dit nieuwe label vanaf die datum, tot nader order, op vrijwillige basis zijn.